Ik lag heerlijk te luisteren naar de woorden die gesproken werden. Op mijn rug in het gras, met boven mij takken van oude appelbomen, zwaluwen die hun spel speelden in de lucht en een blauwe lucht waar af en toe een wolkje aan verscheen. Door de pracht van de omgeving ging veel van wat er gezegd werd aan mij voorbij, totdat Gert-Jan Segers deze woorden sprak aan het einde van zijn hagenpreek op Landgoed Coelhorst:
‘Er is hoop voor de schepping. Als wij kleine stappen zetten en zorgzamer leven met de aarde, kan God daar iets groots van maken.’
Het leek wel of de wereld even stil stond, terwijl de woorden een plekje vonden binnen in mij. Er. is. hoop. De eerste verwondering en troost werden opzij geduwd door een enthousiasme: Er is hoop! En terwijl dat galmde in mijn binnenste kwam er twijfel, hoop.. wat is dat? Wat kan ik daarmee? Is dat soms niet een jezelf voor de gek houden? Is het niet een soort van lijmmiddel, waardoor je iets toch maar doet in de hoop dat..
Hoop is volgens de van Dale een mate van verwachting. Met deze definitie kom ik niet veel verder wat hoop is. Ik mis iets en besluit om de digitale Bijbel op te zoeken. Ik tik in de zoekbalk het woord ‘hoop’ in en verschijnen tien pagina’s aan teksten over hoop. Ik besluit één voor één de teksten te lezen, in de hoop een antwoord te vinden. Ja, want dat is mijn doel: hoop te formuleren in grijpbare woorden.
Na een tijdje begint mij iets op te vallen terwijl ik deze teksten doorspit. Wanneer er over hoop gesproken wordt klinken vaak ook woorden als: vreugde, vrede en geluk. Dat is iets anders dan mijn eerste gedachte die ik had bij het woord hoop. Ik zoek verder, want ik wil meer weten over deze hoop. Ik kom Paulus tegen in Romeinen 8: “In deze hoop zijn we gered”. Ah, hier kan ik iets mee! Hoop heeft te maken met redding! Dat is concreet! Totdat ik verder lees:
“Als we echter nu al zouden zien waarop we hopen, zou het geen hoop meer zijn. Wie hoopt er nog op wat hij al kan zien? Maar als wij hopen op wat nog niet zichtbaar is, blijven we in afwachting daarvan volharden.”
Ja, maar, Paulus, wat moet ik hiermee? Het lijkt alsof ik weer terug ben bij af. Ik vraag mij af: hoe kan ik hopen als ik niet weet waarop ik moet hopen? Hoe kan hij schrijven dat het dan geen hoop meer is? Ik snap het niet, loop vast en raak gefrustreerd. Ik besluit het document waar ik dit aan het schrijven ben te sluiten en er later mee verder gaan.
Maandagmorgen. Na een fijne ochtendwandeling besluit ik de teksten er weer bij te pakken en ze deze keer op kleine papiertjes over te schrijven. Ik leg ze voor me neer, in de hoop een patroon te zien. Ik ga verder bij het punt waar ik de hoop verloor. En ineens valt mijn oog op het woord ‘volharden’. Dit woord heb ik zojuist overgeschreven uit een andere tekst en klinkt met synoniemen ook in andere teksten. In een rijtje van volharding tot hoop heeft Paulus het ook over betrouwbaarheid(Rom 5) en dat brengt mij bij twee andere teksten die voor mij liggen:
“Laten we zonder te wankelen datgene blijven belijden waarop we hopen, want:
Hij die de belofte heeft gedaan is trouw.” (Heb. 10:23)
En
“ Onze toevlucht is het vasthouden aan de hoop op wat voor ons in het verschiet ligt. Die hoop is als een betrouwbaar en zeker anker voor onze ziel, en gaat ons voor tot voorbij het voorhangsel.” (Heb 6:19)
De woorden beginnen langzaamaan als puzzelstukjes in elkaar te vallen. Redding. Vooruitzicht. Belofte. Voorbij het voorhangsel. Vervulling. Dat is mijn hoop. Dat Jezus voor mij aan het kruis gestorven is en vooral: dat Hij de dood overwonnen heeft. Dat de levende God mijn Redder is (1 Tim 4:10). Dat Gods Meesterlijke Reddingsplan ervoor gezorgd heeft dat er iets beters is waarop wij mogen hopen: een volmaakte wereld op de dag dat Jezus terug komt. En ja, dat is nu nog niet zo en worden we geconfronteerd met de verschrikkingen van een gebroken wereld. Maar hé, wij zijn Gods kinderen, wij mogen laten zien wie onze Papa is en ik denk dat dat die kleine stapjes zijn waarin Gods grootheid zichtbaar wordt. Waarop hoop handen en voeten krijgt, zichtbaar, voelbaar, dichtbij. Lieve broer, lieve zus, is dat niet de hoop die we hebben? Vol vreugde, vrede en geluk. Niet als een: ‘ik hoop maar dat’, maar in een vast vertrouwen, een diep geloof, een getuigenis. En mag ik jou dan deze tekst meegeven? Als een soort opdracht om te delen waarop uw hoop gebaseerd is, om elkaar er mee te bemoedigen, om samen sterk te staan!
“Door Hem gelooft u in God, die hem uit de dood heeft opgewekt en hem laat delen in zijn luister zodat uw geloof tevens hoop is op God.
Erken Christus als Heer en eer hem met heel uw hart.
Vraagt iemand u waarop de hoop die in u leeft gebaseerd is, wees dan steeds bereid om u te verantwoorden.” (1 Petrus)